Zalig Nieuwjaar 1967

Bron: NL RAT foto nr 006567

Gedicht geschreven door pastoor Walter van Beurden in januari 1967.

In oktober 1967 komt pastoor van Beurden te overlijden.

Het neo-gotische kerkgebouw is ook dan afgesloten vanwege resaturatie werkzaamheden.

De orginele tekst waren de verzen 4 regels groot, vanwege lengte naar 2 regels gebracht.

‘Zalig Nieuwjaar 1967’

Nu, bij het begin van het Nieuwe jaar, staan we weer allen klaar,
om met goede moed te beginnen, daarom willen we ons even bezinnen.

Een parochie is, zo dachten wij, dat alle mensen zij aan zij,
de handen in elkander slaan, en samen door het leven gaan.

Vannacht was er veel donder en geweld, en alle boze geesten zijn geveld,
laat nu de goede geest in ‘t Goirke groeien en warmte, begrip en eenheid opbloeien.

De leek mag ronduit zijn mening zeggen, en de vinger op de zere plekken leggen,
veel moet er door ons en U worden geleerd, alleen in samenspraak loopt alles gesmeerd.

Daarom het klassen-idee zal moeten verdwijnen, we zijn allen gelijk, de groten en de kleinen,
Iedereen kan dus vooraan komen zitten, en hoeft dus niet meer achter zitten pitten.

Als allen, zoveel als ze kunnen, hun portie aan de gezinsbijdrage gunnen,
dan is de grootste moeilijkheid van de baan, en het klasse-systeem gaat er dan aan.

Koster Verschuren zegt; stel alle plaatsen op een kwartje, dat is meteen een heel goed startje,
om vlug ht plaatsengeld op te halen, en dan kunnen nog komen “de schalen”

van ‘t idee; in de kerk kost ‘t geld willen we af, het zou moeten zijn, al klinkt het wat straf,
dat U het geld zou gaan beheren, en niet de eerwaarde heren.

Zou het nu echt dit jaar gaan gebeuren, dat worden hersteld de lekken en de scheuren
een behaaglijke warmte ons omgeeft en er geen stof meer op de banken kleeft.

het begint, zo zegt men, rond de eerste maart, en voor’t eind van het jaar moet het zijn geklaard,
of het allemaal waar is, weten we niet,we geloven het pas wanneer men de bouwkeet ziet.

Achter de pilaren verdwijnen dan de banken en stoelen, en iedereen kan horen en zien wat we bedoelen,
Als de lampen wat beter blinken, en de luidsprekers duidelijker klinken.

Ieder van ons preekt steeds verschillend, maar we zijn allen erg welwillend,
om U de blijde boodschap te verkondigen, en U af te houden van ‘t zondigen.

Het Biechten is al heel wat verminderd, dit is iets wat ons echt hindert,
zou U het anders willen, laat het ons horen, of is’t besef van de zonden verloren.

Het zingen en bidden gaat steeds maar vooruit, de koren die oefenen, de een zacht, de ander luid,
als iemand van U heeft een goed gehoor, laat hij zich dan opgeven bij een koor.

s-Morgens staan wij in een bijna lege kerk, want iedereen heeft dan zijn eigen werk,
we denken aan een avondmis op iedere dag en dan s-morgens eentje minder als het mag.

We beginnen altijd graag op tijd, maar wat ons daarbij soms wel spijt,
is de late komst van honderd mensen wel, en ‘t alweer heengaan voor ‘t teken met de bel.

Wat onder U leeft, zouden we graag willen horen, laat het ons weten, het zal ons niet storen,
bouw zowat mee met wat groeit in ons midden en laten we ook voor elkander bidden.

Wij danken U hartelijk voor al wat U deed, voor kerk en gezin, bij lief en leed,
en danken U voor het vertrouwen, we zullen samen aan ‘t Goirke bouwen.

Nu zijn we met onze wensen klaar,
en wensen U allen een Zalig Nieuwjaar.

Walter van Beurden